Rosie trok haar jas dichter om haar heen. De kou in de alpen trok haar aan, maar het bleef koud. Ze liep verder, en keek om zich heen. Niet velen hadden dit landschap al eerder gezien, ja ze was in Australië. En ja, ze liep door de sneeuw, haar punt dus. Het was ongewoon, maar een klein stukje van de bergen lagen hoog genoeg voor de eeuwige sneeuw. Het uitzicht was prachtig, en tegelijketijd ook verontrustend. Je kon hier verdwaald geraken, of vallen. Niemand zou je ooit vinden, zeker niet in zo'n groot land als dit. Maar ze hield van de drang van gevaar, en avontuur. Ze kickte erop. Ze vond oorlog leuk, niet om de oorlog, maar om de druk die dan op je kwam te staan, en vermogen omm je grenzen zo hard te rekken. Niemand wist dit van haar, en soms had ze de raad gekregen om met haar beroep te stoppen. Je hebt teveel stress! Was hun argument, en het sloeg nergens op. Maar ze zou het hun niet vertellen, het kon hun toch niet schelen! Ze liep verder, en zuchtte zacht. een klein ademwolkje verscheen zacht. Ze glimlachte zachtjes, en keek naar haar laarzen. Zwart leer. In de linker, op de binnenkant zat haar mes, dat ze nooit kwijt geraakte. Ze haalde het er met een vloeiende beweging uit, en mikte even. Ze gooide het niet, dat zou betekenen dat ze het zou moeten halen, en daar had ze echt geen zin in nu. Ze stopte het terug. Wat deed ze hier eigenlijk? Ze wist het zelf niet eens, ze wist alleen maar dat ze opzoek was naar vrienden, en avontuur. Ze voelde de sneeuw knerpen onder haar laarzen, hier zou niemand haar ooit kunnen besluipen right?