Nami zat ook op het kleine strandje. Ze zat op een laag heuveltje met haar knieeën opgetrokken en haar armen eromheen geslagen. Ze was daar gaan zitten zoals elke dag, om naar de zee te kijken en zich te realiseren hoe wild en zeker deze was, telkens weer. Was zij maar zo. Terwijl ze dromerig zat te staren naar het wilde water zag ze een meisje van haar leeftijd lopen. Het eerste waar ze naar keek was het figuur van het meisje. Prachtig mooi slank, zoals ze al dacht. Zo zou zij er ook wel uit willen zien... Ze zuchtte eens diep en wendde haar ogen van het meisje af.